Over het algemeen worden patiënten naar jou doorverwezen via een huisarts, fysiotherapeut of andere hulpverlener. Je stelt een diagnose aan de hand van een systematische anamnese en lichamelijk onderzoek, eventueel aangevuld met krachtmetingen en/of echoscopie. Het kan voorkomen dat verder aanvullend onderzoek aangevraagd en beoordeeld moet worden. Je geeft zorgvuldig uitleg over de diagnose en ook de mogelijkheden voor behandeling – zoals oefeningen, leefregels, medicatie of lokale injecties – worden besproken. Enerzijds gaat het dan om aandoeningen waarbij op voorhand al duidelijk is wat er aan de hand is (zoals een tenniselleboog of hielspoor). Anderzijds betreft het de categorie aandoeningen waarbij niet direct duidelijk is waar de oorzaak ligt en dus een ‘second opinion’ wordt gevraagd door de patiënt. Veelvoorkomende aandoeningen in de orthopedische geneeskunde zijn: frozen shoulder, PHS, epicondylitis, carpaal tunnel syndroom, bursitiden, pijnklachten door artrose, lage rugpijn en bekkenklachten.
Eisen en competenties
Handvaardigheid, accuratesse, stressbestendigheid en snel beslissingen kunnen nemen, zijn essentiële eigenschappen voor een arts-specialist orthopedie. Je staat stevig in je schoenen en herkent jezelf in de woorden leergierig, kritisch, secuur, communicatief sterk.