Je bespreekt de klachten en onderzoekt de patiënt. Die onderzoeken – zoals een echografie of cystoscopie (inwendig onderzoek van plasbuis en blaas) – voer je doorgaans ook zelf uit. Aan de hand daarvan stel je een diagnose en maakt een behandelplan. De behandeling varieert van simpele oefeningen en het voorschrijven van medicijnen tot een operatie. Ook die operaties doe je zelf. Na de behandeling verzorg je tevens de nazorg en nacontrole.
Voor, tijdens en na de behandeling werk je samen met andere specialisten zoals seksuologen, gynaecologen, kinderartsen, neurologen en fysiotherapeuten. Op de OK werk je nauw samen met de anesthesist, anesthesieassistent en operatieassistenten. Tenslotte ben je bezig met de administratie, wat ongeveer tien procent van je werktijd in beslag neemt.