Werkzaamheden van een klinisch geneticus
Een klinisch geneticus doet chromosoomonderzoek, stamboomonderzoek, spoort (de oorzaak van) erfelijke ziektes op en DNA-diagnostiek. In sommige gevallen doet de klinisch geneticus eerst lichamelijk onderzoek om na te gaan of de patiënt een bepaalde erfelijke ziekte kan hebben. Je overlegt regelmatig met collega's, bijvoorbeeld met gynaecologen in het geval van een risicovolle kinderwens of zwangerschap. Er zijn speciale poliklinieken, waar de klinisch geneticus samen met andere specialisten het spreekuur houdt. De klinisch geneticus bespreekt met de patiënt of een DNA-onderzoek zinvol is en wat de voor- en nadelen zijn. Uiteindelijk neemt de patiënt zelf de beslissing of hij / zij een DNA-onderzoek wilt doen.
Werkplek
Je werkt op een afdeling waar erfelijkheidsadvisering centraal staat. Als klinisch geneticus werk je op de polikliniek of in het laboratorium. Op de poli houd je samen met andere specialisten het spreekuur.
Eisen en competenties van een klinisch geneticus
Jij krijgt energie van het doen van onderzoeken en gaat telkens op zoek naar de nieuwste ontwikkelingen. Daarentegen blijf je realistisch. Jouw sociale skills zijn van belang in je adviserende rol naar patiënten en hun familie.