Waar komt het woord triëren vandaan?
Triage is het Franse woord voor sorteren, waar het Latijnse drie (tri) nog in te herkennen is. Triage werd voor het eerst toegepast door de Franse chirurg Baron Dominique Jean Larrey ten tijde van zijn dienst in het leger van Napoleon. Het was bijzonder, omdat voorheen, gewonden op rang werden behandeld en niet op urgentie.
Het werd in de Eerste Wereldoorlog voor het eerst op grote schaal gebruikt, om de slachtoffers op het slagveld in drie categorieën te verdelen (onbehandelbaar, ter plekke behandelen, naar het ziekenhuis).
Triage is het beoordelen van de urgentie van de hulpvraag, dat wil zeggen dat de triagist op de eerste plaats bepaalt met hoeveel spoed een patiënt onderzocht en behandeld moet worden. Vervolgens bepaalt de triagist de wijze waarop de hulpvraag het beste kan worden beantwoord en door wie die patiënt gezien moet worden. We onderscheiden telefonische triage en fysieke triage (patiënt aan telefoon of de balie).
Nederlandse Triage Standaard
Binnen allerlei organisaties in Nederland werken triagisten. Voorbeelden hiervan zijn Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis, ambulanceposten of huisartsenposten en -praktijken. Bij de laatstgenoemde geldt dat het meestal de doktersassistenten zijn die de triage hier verrichten. Tot voor kort gebruikten verschillende organisaties ieder hun eigen protocol. Nu zijn al die protocollen op elkaar afgestemd, zodat er overal op dezelfde manier triage wordt verricht. Iedereen spreekt dus dezelfde triagetaal en dat heeft als voordeel dat de patiënt makkelijker van de ene organisatie naar de andere kan worden verwezen. Dit nieuwe systeem heet: Nederlandse Triage Standaard (NTS) .
Toestandsbeeld, geen diagnose
De overstap naar de Nederlandse Triage Standaard bracht een belangrijke verandering met zich mee: niet de mogelijke diagnose is belangrijk, maar het toestandsbeeld van de patiënt. Het toestandsbeeld is de omschrijving van de klachten en de symptomen van de patiënt, en de ernst daarvan. Je zou dat de conditie van de patiënt kunnen noemen. Om een voorbeeld te geven: je zegt niet meer dat een patiënt ‘last van de maag’ heeft, maar dat hij last heeft van ‘braken, misselijkheid en pijn in de bovenbuik’. ‘Last van de maag’ is een diagnose, ‘braken, misselijkheid en pijn’ zijn symptomen. Als je bovendien nog beoordeelt hoe erg de klachten zijn voor de patiënt, heb je het toestandsbeeld omschreven. Een ander voorbeeld: je gaat er niet meer vanuit dat iemand ‘griep’ heeft, maar je gaat af op de symptomen: koorts, koude rillingen, spierpijn enzovoort. En je beoordeelt de ernst van de symptomen aan de hand van de urgentiecriteria.
Hoe kun je goed triage verrichten?
Om goed triage te kunnen verrichten, heb je protocollen nodig. Voor de huisartsenposten en -praktijken heeft het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) de NHG-TriageWijzer samengesteld. In de TriageWijzer staan protocollen aan de hand waarvan de triagist kan bepalen met hoeveel spoed een klacht afgehandeld moet worden en hoe de patiënt het best geholpen kan worden. Het feit dat je in de triage werkt met toestandsbeelden, is ook terug te vinden in de indeling van de NHG-TriageWijzer. Alle klachten zijn ingedeeld achter tabbladen waarop symptomen staan, bijvoorbeeld ‘buikklachten bij kinderen’, ‘koorts bij volwassenen’, ‘algehele malaise’ (zich in het algemeen niet lekker voelen).
Hoe word je triagist?
Je kunt zelf de opleiding tot triagist volgen als je doktersassistent bent (niveau mbo-4) of als je verpleegkundige bent (niveau mbo-4 of hbo-5). Deze instroomeisen worden op dit moment flink ter discussie gesteld, aangezien de meetlat van de triagist steeds hoger wordt. De mogelijkheid bestaat dus dat deze eisen worden herzien.
Al geruime tijd is bij veel huisartsenposten sprake van een tekort aan triagisten. Daardoor wordt de vaak al aanwezige werkdruk nog hoger. Een goede oplossing voor dit probleem is het inzetten van vijfde- of zesdejaars geneeskundestudenten als junior triagist. Maar dit kan uiteraard niet zomaar. Daar is een goede kwalitatieve opleiding voor nodig. Deze opleiding wordt verzorgd door BKV/Waarneembemiddeling en Latona.
Inmiddels hebben wij bij meerdere huisartsenposten geneeskundestudenten als junior triagist in mogen zetten. Dit naar volle tevredenheid van beide partijen. Zowel de geneeskundestudent als de post zijn enthousiast over de samenwerking.
Als triagist zorg jij ervoor dat de arts geen spoedgeval mist!
Meer informatie?
Wil je meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met Daphne Verheijen via daphne@bkv.jobs of + 31 6 - 14 66 15 63.