Orthopedisch chirurgen, ook wel orthopeed of orthopedist genoemd, houden zich bezig met aandoeningen van het steun- en bewegingsapparaat. Voorbeelden van aandoeningen en ziektes die een orthopeed behandelt, zijn klachten aan botten (bijvoorbeeld breuken, osteoporose, klompvoetjes en aangeboren heupdysplasie bij baby’s), gewrichten (bijvoorbeeld gewrichtsslijtage / artrose, meniscusproblemen) of spieren en pezen (bijvoorbeeld een spierscheuring door een ongeval, of achillespeesklachten bij sporters). De afwijkingen kunnen aangeboren zijn of later ontstaan door een ongeval, ziekte of slijtage.
Als orthopedisch chirurg kun je werkzaam zijn binnen academische ziekenhuizen, opleidingsziekenhuizen, perifere ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra. Ruim zeventig procent van de orthopeden is zelfstandig gevestigd. Het overige tweederde deel is in loondienst. Ongeveer drie kwart werkt binnen een groepspraktijk. Slechts vier procent heeft een solopraktijk. De verhouding tussen het werkzaam zijn bij academische ziekenhuizen en algemene ziekenhuizen is 18 procent versus 66 procent.